BEDANKT, BESTE CHAUFFEUR


Bron: Transpo (BELGISCH MAANDBLAD VOOR WEGTRANSPORT EN LOGISTIEK) van Febetra


Een schoudermassage, een warme kop soep met of zonder balletjes, een goodybag of gewoon… een leuke babbel. Op 8 december werden vrachtwagenchauffeurs in ons land getrakteerd, in de schijnwerpers geplaatst en bedankt.
Want zij zijn het, die zorgen dat de legodozen voor onder de kerstboom in de winkelrekken belanden, die de heftrucks leveren om ze te kunnen verplaatsen, die onze economie draaiend houden.
(Tekst: Nancy VAN DEN EYNDE – Interviews en foto’s: NVDE en VAC)


“Zonder hen zijn we niks”, geeft de verantwoordelijke voor human relations van een Mechels transportbedrijf toe, terwijl ze voor de chauffeurs warme soep schept. En “ja, we hebben altijd vacatures voor truckchauffeurs openstaan!”.
Meer dan 7.000 vacatures voor chauffeurs telde de VDAB vorig jaar in Vlaanderen, waarvan er begin november nog meer dan 1.900 openstonden. De Forem rapporteerde in Wallonië in 2022 meer dan 4.600 vacante posten, vooral in de provincies Luik en Henegouwen.


KNELPUNTBEROEP
Werkgevers doen er intussen alles aan om werknemers aan te trekken, op te leiden en te behouden. Jobcafés, samenwerking met VDAB, eventuele financiering van het C- of CE-rijbewijs, peters, mentor-trainers, tot eigen chauffeursscholen toe moeten helpen de juiste mensen voor de job te vinden. Een eigen hotel, douches en proper sanitair, moderne vrachtwagens, gedigitaliseerde opdrachten op de smartphone…
of gewoon de mensen persoonlijk aanspreken en ze laten voelen dat ze “bijzonder” zijn.
Laat dat nu net de bedoeling zijn van de Dag van de Vrachtwagenchauffeur. We gingen met de sterren van de dag praten over hun onmisbaar beroep. Allemaal apprecieerden ze het in het zonnetje gezet te worden. Allemaal vertelden ze een eigen verhaal.


OVER TROTS EN PASSIE
Geen van hen twijfelt eraan: natuurlijk zijn ze fier op hun beroep! “Het is werk met veel verantwoordelijkheden”, glundert Rares Gabor, die net als zijn broer met de vrachtwagen rijdt. “Je moet aandachtig zijn op de weg, letten op de mensen, letten op de goederen.”
Paul, een oud-chauffeur die nog steeds met alle trucks uit het wagenpark naar de technische keuring rijdt, heeft het aantal onmiddellijke groene kaarten in de vloot aanzienlijk kunnen verhogen.
“Ik let vooraf op alle details”, verzekert hij. “Banden die niet in orde zijn, de identificatie van het voertuig, verlichting en noem maar op”. Michael staat nog even het interieur van zijn cabine af te vegen, aan het einde van zijn shift: “Je wil toch alles netjes achterlaten.” Noem het een zekere “beroepseer”.
Sommige van de chauffeurs die we ontmoetten, hadden de passie met de paplepel meegekregen, zoals Pascal, die al 24 jaar achter het stuur doorbrengt.
“Ik kom uit een familie van routiers. Mijn grootvader en mijn vader waren chauffeurs.
En nu probeert mijn zoon zijn rijbewijs te behalen.” Anderen startten hun loopbaan in een garage, een fabriek of als elektricien… en kozen nadien voor “de vrijheid”, weg van tussen de vier muren. “Je bent alle dagen buiten, het uitzicht verandert. Mijn record om binnen te blijven is veertien dagen”, grapt Steve, terwijl hij in de fotogalerij van zijn gsm begint te zoeken. Hij toont ons het zicht vanuit de vrachtwagencabine, van die ene keer toen hij mee naar Zwitserland kon. “Besneeuwde bergtoppen, prachtige landschappen… Dat zegt toch genoeg?”We zagen vooral gepassioneerde mensen, die houden van het rijden op zich, van grote voertuigen, van hun Scania of, soms, van alles wat beweegt. Zo is Michael eigenlijk een treinbestuurder in hoofdberoep.
“Beide zijn plezant, want je komt op veel plaatsen”, vindt hij, maar met zijn Daf hoeft hij geen rails te volgen. Met bus en tram heeft hij Antwerpen doorkruist.
Voor de bouw, heeft hij uitzonderlijk vervoer verzorgd en ja… hij heeft zelfs een vaarbewijs! Het samenzijn met collega’s, op een werf bijvoorbeeld, het elkaar helpen, solidariteit en betrokkenheid onder elkaar, ook met mensen van andere firma’s, daarmee laadt hij zijn batterijen op.
We zagen ook jonge mensen, die via een individuele beroepsopleiding de ploeg kwamen versterken, en door de wol geverfde “veteranen”, met 43 jaar dienst, die hun waardevolle ervaring met veel plezier kwamen delen bij de praktijkopleidingen voor Code 95.


EN FRUSTRATIES…
Of ze zich ook gerespecteerd voelen? “Ik zou zeggen in 30 % van de gevallen”, schat Siamak. “Nee. Helemaal niet!”, vindt Rares. “De klanten zijn nooit tevreden over ons werk. Het is spijtig genoeg delicaat te werken met mensen die niet in het transport zitten, die niets weten over ons beroep.” Of nog: “soms word je met open armen ontvangen, op andere plaatsen word je als vuil behandeld, als ze je niet kennen”…
Pascal voelt dan weer dat zijn werk binnen de onderneming wordt geapprecieerd, “maar niet op de weg.
Ze gooien hun armen in de lucht en schelden ons uit. Onlangs nog, moest ik gaan leveren bij Maxi Toys, in de buurt van Bordeaux, toen een auto me de pas afsneed. Het toppunt was, dat het ging om een klant van de winkel. Het speelgoed voor zijn zoon zat in mijn vrachtwagen…”, zucht hij.
Hun grootste frustratie onderweg? “Je laat een voldoende grote remweg en de automobilisten ritsen ertussen. Met een 40-tonner sta je niet direct stil, ondanks alle technologische hulpmiddelen. Mensen houden ook geen rekening met de dode hoeken van een truck”. De recentste bron van ergernis blijkt dan weer het “nieuwe ecorijden”: mensen die enorm traag gaan rijden omdat ze zo brandstof denken te besparen. “Ze laten je niet voorbij en vormen een gevaar voor zichzelf en anderen”.
Eens aangekomen bij de klant, is de lading soms niet klaar en moet de chauffeur de pallets nog helemaal zelf inwikkelen. “Het gevolg is dat we onze tijdvensters niet halen”, stelt Alfred vast. “Dikwijls worden we genegeerd, wanneer we aankomen. We moeten 10-15, soms 40 minuten wachten vooraleer iemand ons aanspreekt”, zegt ook Siamak.
Daarbij komen nog eens de ingrepen die steden en gemeenten invoeren met de bedoeling de leefbaarheid en klimaatvriendelijkheid in hun centra te verhogen: “tonnagebeperkingen… of de ‘knip’ in Mechelen, waardoor we maar in één richting rond de stad kunnen. Soms moeten we door dergelijke regels 20 km omrijden”, merkt Alfred op.
Wie dacht dat er alleen naar de eigen situatie wordt gekeken, heeft het mis.
Om de chauffeurs uit Oost-Europa te interviewen, bleek de taalbarrière helaas te groot… “Maar hebben jullie ook de ‘camping DHL’ hier wat verderop gezien?
Vaak zitten de chauffeurs er hun potje te koken op de opengeklapte deur van hun pallettenkast… Trieste toestanden!”.
Zo pleit Jean-Pierre voor meer en betere parkings. Over het algemeen is er op de laad- en losplaatsen geen sanitair, of staat er een Toitoi, die vuil is en verstopt. Ook bij klanten zouden chauffeurs geen gebruik mogen maken van de toiletten. Om veilig in je cabine te slapen, kent hij een trucje: “vroeger gebruikten we een spanband, die we binnen langs weerszijden aan de deurklinken vastmaakten”!
De stoere trucker trekt dus zijn plan…
Dat buitenstaanders een verkeerde perceptie hebben van het beroep, weet Siamak maar al te goed: “Dikwijls denken mensen dat we toeristen zijn, die onze dagen rustig slijten achter het stuur, terwijl we luisteren naar een muziekje. In de realiteit, zitten we 14, 15 uur per dag en soms meer op de weg.”

Een dag als deze doet dus zeker plezier… en is voor herhaling vatbaar!